Blog

In het nieuwe boek van Gerwin van der Werf begint de jonge Josie (32 jr.) aan een ongewis avontuur. Na een saaie baan als data-analist wil ze graag iets betekenisvols doen. Ze wil bijdragen aan een betere wereld. Totaal onvoorbereid neemt ze een baan aan als wiskundedocent op een VMBO en maakt op haar eerste dag al kennis met klas 3A. Collega’s van mijn leeftijd denken dan al snel aan de beruchte klas 4D, De Hel uit Bordewijks Bint. Maar er zijn natuurlijk meer recente romans over beginnende, (naïeve?) docenten. Denk bv. aan: De rendemenstsdenker van Lucas Zandberg uit 2017 of aan Bel Kaufmans, De aftrap uit 1964. Ook een zeer recente Young Adult als Zonder titel van Erna Sassen geeft een vergelijkbaar beeld van het leven in een 3K klas op een moderne VMBO school. De confrontatie met de dromen en de valkuilen van de leerlingen van 3A op de VMBO afdeling van de Wijcker Scholengemeenschap maakt dat ook Josie haar idealen en haar problematische familierelaties tegen het licht moet houden. Haalt Josie 100 dagen voor de klas?

Je kunt De droomfabriek vanuit verschillende perspectieven lezen. Ja, het is een boek over onderwijs. Maar de school is niet het enige podium. Josie neemt Carmen, een van de leerlingen ook regelmatig mee naar huis, aanvankelijk om haar bijles te kunnen geven. Maar de betrokkenheid van Josie met Carmen groeit na verloop van tijd uit tot méér dan het geven van bijles. De sociale intelligentie van Carmen geeft het meisje al snel een voorsprong op de relationeel onervaren Josie. Zij herkent dat gelukkig wel, maar schuift het ongemakkelijke gevoel heel lang ter zijde, #MeToo dreigt in de verte, totdat ze dat niet langer kan. Daarmee kun je De droomfabriek dus meteen ook als een psychologische roman lezen.

Toch ga ik mee met de ouwe conciërge Brammert die Josie op haar eerste dag ontvangt met: “Welkom in de droomfabriek!” In dit boek vertelt auteur én docent Gerwin van der Werf het verhaal van héél véél kinderen in het VMBO, het verhaal over kansenongelijkheid, over overleven in de alledaagse jungle. Maar ook over de toekomstdromen van de leerlingen op deze scholen, het overgrote deel van onze Nederlandse leerlingenpopulatie. Daarmee wordt het niet meteen een aanklacht of zelfs een ’sociale’ roman, die waarschuwt voor de groeiende kloof tussen de opleidingsniveaus. Die kloof wordt trouwens mooi verbeeld door de rivier die de stad verdeelt in de ruim opgezette kakkersbuurt en het verwaarloosde, industriële Wijk. En daarmee ook de scheidslijn die Josie en Carmen met regelmaat oversteken.

Ook is het boek niet echt een ode aan de potentie en de talenten van de leerlingen. Want er is genoeg aan te merken op veel van de jongeren in klas 3A. Er zijn allerlei etiketjes die je op deze leerlingen kunt plakken, van crimineel wangedrag tot voorbeeldige inzet, van pure opvoedingsonmacht tot zwaar autisme. In een Naschrift geeft de auteur ons wat opties voor de toekomst van de individuele leerlingen én hun docenten, maar ook de vrijheid zelf andere realiteiten te bedenken. En dat kan want er zijn, net als in De Hel, genoeg lichtpuntjes te vinden maar dan in een actuele vorm. Zo wordt De droomfabriek een verhaal over influencers, over e-voetballers, over technici, hoveniers en zorgverleners. “In fictie is immers alles mogelijk. Net als in het onderwijs, als we de kinderen een kans geven, en een tweede en een derde.”

Het is verleidelijk dit boek te lezen als een verhaal over beschadigde kinderen. Ook Josie heeft zo haar eigen beschadigingen. Lees bv. Zachtop lachen van Malou Holshuijsen, Confiturewijk en Baksteen van Femke Vindevogel, Wat je van bloed weet van Philip Huff of Stenen eten van Koen Caris. Steeds lezen we over jonge mensen die al vroeg hard geraakt zijn door Het Leven. Maar ook al zijn deze jongeren geraakt, toch staan ze weer op, net als de leerlingen van De Bree in Bint. En laat de onmacht van één docent nou niet doorslaggevend zijn. Dat bewijst het twitterdraadje van acteur/docent Abbie Chalgoum in zijn vastgemaakte tweet over Wesley uit zijn Basis 2 klas. Zo lang docenten een beetje voorzichtig omgaan met de dromen van hun leerlingen komt het dus (waarschijnlijk) wel goed met Carmen en met de Poolse Jan en Boris en met Danny uit het kamp. Van der Werf gebruikt niet voor niets een motto van Yeats bij aanvang van het tweede hoofdstuk:

I have spread my dreams under your feet;
Tread softly because you tread on my dreams.

De droomfabriek snel bestellen? Dan kan via Libris.nl via deze link.