Blog

Deze week verscheen bij Stichting Lezen de onderzoekspublicatie van Linda Ackermans ‘Young adult-literatuur op de leeslijst en in de lespraktijk’. Voor mij relevant omdat ik mij al jaren bezighoud met boeken voor jongeren op het snijvlak van young adult-literatuur en Nederlandse literatuur.

Ackermans heeft ruim aandacht voor het Nederlandse onderzoeksveld en bespreekt de ontwikkeling van de definitie van young adult-literatuur. De onderzoeksopzet en de weergave van de resultaten van de online enquête zou je misschien als een taai stuk kunnen opvatten, maar ik herkende er veel van mijn eigen ideeën in en dan wordt het plotseling heel leesbaar. De enquête werd uiteindelijk door (slechts?) 158 docenten Nederlands ingevuld. Dat is niet zo gek. Wanneer je als docent helemaal níets hebt met young adult-literatuur zul je niet zo snel 20 á 30 minuten besteden aan het invullen van een online enquête.

Behalve veel vragen en onderwerpen die sowieso in zo’n onderzoek thuishoren komen ook enkele leesbevorderingscampagnes/-activiteiten aan de orde. Twee daarvan deden mij -als lid van de vakjury- even opveren. De Prijs voor Het Beste Boek voor Jongeren en De Boekenweek van Jongeren. Het onderzoek wijst uit dat De Boekenweek van Jongeren relatief véél aandacht krijgt in de bovenbouw van zowel havo als vwo. Het Beste Boek voor Jongeren daarentegen is veel minder bekend bij docenten en dientengevolge wordt er ook veel minder mee gewerkt in diezelfde bovenbouw.

Tóch kennen docenten de boektitels die samen de shortlist voor deze prijs vormen redelijk goed. Neem bv. de lijst van 2021. Bekend zijn vooral de titels die veel media-aandacht hebben gekregen zoals Confettiregen van Splinter Chabot en Confrontaties van Simone Atangana Bekono. Bart van Ap Dijksterhuis kreeg nauwelijks media-aandacht en stond dan ook niet op het vizier van veel docenten. Opvallend is wel dat deze titels eigenlijk romans voor volwassenen zijn, romans die als youg adult-literatuur te beschouwen kunnen worden.

Over deze boeken zegt Ackermans: ‘De hoofdpersonen zijn adolescenten, het vertelperspectief ligt bij de adolescente protagonist en thema’s die van belang zijn voor adolescenten spelen een rol’. De boeken ‘voldoen alle aan de gegeven omschrijving én zijn geschikt voor een publiek voor jongeren vanaf grofweg vijftien jaar. De uitgever heeft ze echter niet als YAL op de markt gebracht'(p.39) Tijdens het afnemen van de enquêtes in het najaar van 2021 heeft Ackermans natuurlijk niet de shortlist van 2022 kunnen opnemen. Op die nieuwe shortlist staan bv. Stenen eten van Koen Caris, De afwijking van Dries Muus en Centaur van Chris Polanen. Wéér drie boeken die niet als YAL verschenen.

Naast bovenstaande onderzoekt Ackermans nog een aantal elementen die van invloed zijn op de acceptatie van young adult-literatuur in het onderwijs. Didactische doelstellingen, literatuuropvattingen, leesniveaus/lezenvoordelijst.nl komen allemaal aan bod. Maar uiteindelijk staat of valt het gebruik van young adult-literatuur in de bovenbouw met de herkenbaarheid van de literaire kwaliteit en de titelkennis van de sectie en/of de individuele docent. Eerst aangewezen kanalen om die kennis bij de docenten onder de aandacht te brengen zijn volgens Ackermans recensies en kritieken in dag- of weekbladen, het aanbod in boekhandels en bibliotheken en de aanwezigheid op online platforms.

Na haar onderzoeksconclusies geeft Ackermans ook nog enige aanbevelingen voor diverse belanghebbenden.

  • “Bied docenten mogelijkheden om te investeren in hun kennis over het aanbod en zich te verdiepen in literatuur die hun leerlingen kan aanspreken. (-) Docenten kunnen hierbij ondersteund worden door diverse instituties in het boekenvak.” (56)
  • Ontwikkel een didactiek voor de inzet van YAL in de bovenbouw van havo en vwo en geef het een vaste plek in het curriculum van de lerarenopleidingen.
  • “Uitgevers zouden zich in hun marketinginspanningen niet alleen kunnen richten op de jongeren zelf, maar daarnaast op docenten en bibliothecarissen die een mediërende rol vervullen in het bereiken van de jongeren.” (57)
  • Leesbevorderingsinstanties kunnen hun activiteiten nog nadrukkelijker onder de aandacht van docenten brengen via gerichte publicaties en nascholingscursussen speciaal gericht op YAL.
  • Met scherpere selectiecriteria en meegeleverde lessuggesties zou de organisator van Het Beste Boek voor Jongeren de bruikbaarheid van de shortlist verder kunnen verhogen.

Al met al hebben de resultaten mij niet verrast. Als iemand die al langer bezig is met dit onderwerp, veel verschillende kanten heeft gezien en gemotiveerd is om deze vorm van literatuur breed onder de aandacht te brengen, herkende ik veel in de resultaten. Waarom docenten juist wel of juist niet met young adult-literatuur werken, welke tinten grijs daartussen zitten, welke kennis ze wel of niet hebben en wat dat met hun motivatie doet. Het is voor mij aanleiding om mijn inspiratie workshop ‘Young adult & Literatuur’ nog beter onder de aandacht te brengen. De inhoud van die workshop is er voor álle hierboven genoemde belanghebbenden: de focus richten op de breedte van het aanbod, een discussie over de criteria, het bespreken van de literaire kwaliteit en het blijvend actualiseren van de titellijsten. En dat dus voor YAL én voor volwassenentitels die ook heel goed door jongeren gelezen kunnen worden.

Afsluitend, mijn hulde voor de onderzoeker voor deze mooie rapportage. De publicatie is te downloaden via de website van Stichting Lezen, net zoals veel andere lezenswaardige stukken over lezen en jongeren. Makkelijk en snel.